Vroeger was het gebruikelijk dat de bruidegom toestemming vroeg aan de vader van de aanstaande bruid, om zijn dochter ten huwelijk te vragen. Hij vroeg om ‘de hand’ van de dochter. De bruidegom verklaarde waarom hij met haar wilde trouwen, dat hij goed voor haar zou zorgen en altijd bij haar zou blijven.
Na het aanzoek was het paar verloofd en volgde er altijd een groot feest in het ouderlijk huis van de aanstaande bruid. Het paar werd op dat moment voor het eerst ´gepresenteerd´ aan de familie en vrienden.
De periode tussen dit feest en het huwelijksfeest, de verlovingstijd, werd gebruikt om de uitzet bij elkaar te sparen. Tot in de jaren zeventig werd er in Nederland regelmatig op deze manier verloofd. In de 21e eeuw komt deze manier van verloven bijna niet meer voor.
Ik ben heel benieuwd wie er nog om de hand van de bruid vraagt.